Akkerkool
Deze plant groeit op vochtige open plaatsen in het wild en is lekker in salades en omeletten.

Namen
Nederlands: Akkerkool
English: Nipplewort (Common Nipplewort, Dock-cress)
Wetenschappelijk: Lapsana communis (Lampsana communis)
Familie: Composietenfamilie, Asteraceae (Compositae)

Beschrijving
Afmeting: 30 cm tot 1,2 meter.
Levensduur: Eenjarig.
Bloeimaanden: Juni t/m september.
Wortels: Een penwortel.
Stengels: De bebladerde stengels staan rechtop, zijn al of niet vertakt en dragen meestal verspreide borstelharen. Naar
boven toe worden ze kaal.
Bladeren: De iets behaarde bladeren zijn vrij lichtgroen, bochtig getand en eirond. De onderste bladeren hebben vaak
enkele lobben aan de voet en zijn in de steel versmald. De hogere stengelbladen zijn vaak niet gedeeld en soms zittend.
Bloemen: De bloemen groeien in losse pluimen met 8 tot 15 bloemen. De lang gesteelde, lichtgele bloemen zijn 1 tot 2
cm groot. De kroonbladen zijn lintvormig (meer dan 5 per bloemhoofdje). De bloemhoofdjesbodem is vlak en heeft geen
stroschubben. De opgerichte omwindselbladen zijn vrij lang en smal. Ze vormen 2 rijen, de binnenste zijn veel langer dan
de buitenste.
Vruchten: De strokleurige, 3 tot 5 mm lange zaden hebben 20 lengteribben en geen vruchtpluis.

Biotoop
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde, vrij open plaatsen op vochtige, voedselrijke, losse, humushoudende, zwak zure
tot kalkhoudende, vaak omgewerkte grond (vrijwel alle grondsoorten, maar vooral op zand en klei).
Groeiplaatsen: Bosranden, lichte loofbossen, heggen, struwelen, houtwallen, parken, plantsoenen, puinhopen,
stortterreinen, braakliggende grond, ruderale plaatsen, muren, tuinen, akkers, spoorbermen en kanaalbermen.

Wetenswaardigheden
In het Engels heet de plant Nipplewort, 'tepelwortel' (door de vorm van de bloemknoppen). Ook bij ons wordt de plant in
sommige streken Tepelkruid genoemd. Bij Pruisische apothekers stond de plant bekend als papillaris (van het Latijnse
papilla = 'tepel'). Ze gebruikten de plant bij ontstekingen.

In de keuken
De jonge scheuten en bladeren kunnen worden gegeten als spinazie of worden verwerkt in salades en omeletten. De
bladeren werken licht laxerend.