Inmaken met inmaakazijn:
Als je gaat inmaken heb je daarvoor inmaakazijn nodig. Dit is niet standaard te koop in de supermarkt, maar is wel makkelijk zelf te maken.

Waarom gebruiken we inmaakazijn:
Bacteriën zorgen ervoor dat ons voedsel bederft. Als je er nu voor zorgt dat bacteriën niet kunnen overleven dat krijgen ze geen kans om ons voedsel te bederven. Je doet dat door een leefomgeving te creëren die te koud (diepvries), te heet (koken), te zuur (inmaken), te zoet (jam) of te zout (inleggen) is voor de bacteriën om te blijven leven. Voor het inmaken gebruiken we dus azijn, maar je kan ook inmaken met citroenzuur.

Waaruit bestaat inmaakazijn:
De inmaakazijn moet dus te zuur zijn voor bacteriën, maar niet zo zuur dat wij het niet meer lekker vinden.  Vroeger waren conserven veel zuurder dan tegenwoordig. We weten nu dat bij een zuurpercentage van 0,8% bacteriën niet overleven. De meeste azijn uit de supermarkt is rond de 5%. Als we dus een liter azijn verdunnen met een liter water krijg je een vloeistof met een zuurpercentage van 2,5%. Bij het inmaken stop je in een pot de groenten / komkommers / augurken / enz. en vult de pot tot aan de rand met de inmaakazijn. Je hebt dan meestal rond de 40% vloeistof nodig, de overige 60% zijn je groenten. Omdat groenten vooral uit water bestaan en zo dus meehelpen om die 2,5% nog meer te verdunnen krijg je dan een vloeistof met een 1% zuurpercentage. (0,4 x 2,5% = 1%).

Recept inmaakazijn:
1 liter azijn (natuurazijn, wijnazijn)
1 liter water
125 gram suiker (proef altijd je inmaakazijn en voeg meer suiker toe als je hem nog te sterk vindt smaken)
kruiden: zout, peperkorrels, korianderzaad, mosterdzaad, gember, laurierblad, piment, kruidnagel, chilipeper, kardemom en foelie.

Kook de azijn met het water en de suiker en blijf roeren tot dat alle suiker is opgelost. Voeg daarna de kruiden toe en gebruik het hete mengsel om de potten te vullen.

Tip:
Gebruik nooit schoonmaakazijn, maar een goede natuurazijn. Schoonmaakazijn is soms chemisch en heeft een te hoog zuurpercentage.